Chersobius signatus
Chersobius signatus

Richtlijnen huisvesting en verzorging

Chersobius signatus

Auteur: Victor Loehr

Datum: januari 2023

Let op: de huisvestingsrichtlijnen van de NBSV zijn met zorg opgesteld. De auteurs zijn ervaren houders en kwekers van de bewuste soort(en). Zij hebben hun ruime praktijkervaring als kennisbron ingezet. De auteurs zijn geselecteerd en begeleid door een werkgroep van de NBSV. Omdat altijd sprake is of moet kunnen zijn van voortschrijdende inzichten, kunnen de richtlijnen in de loop van de tijd wijzigen. Het gaat daarom om richtlijnen en niet om een normstellend document dat bedoeld is om over te nemen als geldende regelgeving. De verschillende huisvestingsaspecten per soort behoren in onderlinge samenhang te worden gezien. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat een kleinere huisvesting (dan de minimum omvang) voldoet als extra aandacht aan de inrichting is besteed. Niet de richtlijnen zijn maatgevend, maar het gedrag van dieren. Als voorbeeld: een schildpad die continue langs de rand van de huisvesting loopt, is niet goed gehuisvest. Dat kan aan de grootte van de huisvesting liggen, maar ook aan de inrichting ervan of zelfs aan beide aspecten.

Deze richtlijnen zijn een vrije vertaling van Engelstalige richtlijnen van de stichting Dwarf Tortoise Conservation, versie 12.

Perspectief

Tabel 1: duiding van de natuurlijke habitat van deze soort.
  Klimaat
 
Gematigd
(Sub)tropisch
Woestijn/Steppe
Land
   
Moeras
     
Water
     

Ondersoorten

Geen. In 2010 is gebleken dat de voormalige ondersoort Chersobius signatus cafer niet monofyletisch was, waarmee de ondersoortstatus is vervallen. Wel kent de soort geografische verschillen in morfologie en kleur, afhankelijk van de steensoort (graniet of zandsteen) in het biotoop.

Herkomst

kleinmanni1Afbeelding 1: verspreidingsgebied van Chersobius signatus. Bron: NatureServe and IUCN (International Union for Conservation of Nature) 2017. Chersobius signatus. The IUCN Red List of Threatened Species. Version 2018-2. www.iucnredlist.org. Gedownload op 10 januari 2023.

Genetisch

Er zijn geen genetische verschillen bekend tussen verschillende delen van het verspreidingsgebied. Dit sluit niet uit dat er geen genetische verschillen zijn. Hoewel C. signatus voor zover bekend geen genetisch verschillende deelpopulaties kent, verdient het aanbeveling om de morfologische vormen uit biotopen met graniet of zandsteen niet onderling te kruisen. Op deze wijze worden hybride verschijningsvormen beperkt.

Biotoop

Deze soort leeft op rotshellingen, met name op de overgangen tussen hellingen en vlakkere gebieden. In dit biotoop verschuilen de dieren zich in openingen onder en tussen rotsen. De vegetatie bestaat voornamelijk uit verspreid staande lage struiken, eenjarigen, geofyten en succulenten. Daar waar afstromend water zich verzamelt (bijvoorbeeld in geulen en onder grote rotsplaten) kan de struikvegetatie plaatselijk zeer dicht zijn. Het gebied wordt gekenmerkt door kortdurende en spectaculaire groei en bloei van planten in de late winter en het vroege voorjaar (‘woestijnbloei’). In de rest van het jaar verdrogen de meeste planten.

Chersobius signatusAfbeelding 2: Chersobius signatus in zijn natuurlijke habitat.Habitat van Chersobius signatusAfbeelding 3: natuurlijk habit van Chersobius signatus.

In gevangenschap dient C. signatus in een verwarmd binnenterrarium gehouden te worden. Er zijn experimenten gedaan met het houden van de soort in een buitenterrarium tijdens de zomer in Europa, maar zelfs in het zuiden van Europa leidde dat uiteindelijk tot verstoord gedrag en verhoogde sterfte onder de dieren. Een binnenterrarium kan gesloten zijn, maar als het geplaatst is in een ruimte waar het klimaat van de hele ruimte aan de dieren aangepast is, mag het ook aan de boven- en of voorzijde open zijn. Terraria kunnen zodanig ingericht worden dat het natuurlijk biotoop wordt nagebootst. Dat wil zeggen een stevige bodemlaag (bijvoorbeeld zand en leem gemengd in een verhouding van 1:1, goed aangedrukt en gedroogd) waardoor de dieren geen verstopping kunnen oplopen door het opnemen van een overmaat aan bodemmateriaal, dood hout, rotsen (echt of imitatie) en planten (echt of imitatie). Het is essentieel dat terraria goed gestructureerd zijn en dat voor ieder dier meerdere schuilplaatsen aanwezig zijn. De dieren hebben een voorkeur voor schuilplaatsen waar ze geheel in passen en die net iets hoger zijn dan het schild.

Richtlijn: bied een verwarmd binnenterrarium aan dat structuurrijk is ingericht. Zorg voor voldoende geschikte schuilplaatsen.

Klimaatgegevens

Temperaturen en regenval in SpringbokAfbeelding 4: temperaturen en regenval in Springbok, Zuid-Afrika. Bron: Meteoblue.

Om het klimaat in het natuurlijk biotoop te simuleren, is felle verlichting door middel van daglicht, TL, PL, CDM/HQI, HID of LED nodig. Verlichting kan UVB-straling leveren, maar dit is niet noodzakelijk (mits vitamine D aan het voedsel wordt toegevoegd). De verlichting dient in de zomer 13-14 uren te branden, en in de winter 9-10 uren, met een geleidelijk verloop er tussenin. De jaarlijkse cyclus kan ten opzichte van de bovenstaande figuur (zuidelijk halfrond) aan het noordelijk halfrond worden aangepast.

Naast verlichting hebben terraria verwarming nodig. Daarvoor zijn CDM/HQI en HID het meest aangewezen, maar ze kunnen gecombineerd worden met zonnewarmte of bodemverwarming. De algemene temperatuur in het terrarium dient in de loop van het jaar te fluctueren, bijvoorbeeld 30-32 °C in de zomer en 20-25 °C in de winter, altijd met een nachtelijke afkoeling (minimaal 0 °C). Onder de spots dient de temperatuur overdag rond de 35-40 °C te liggen, zodat de dieren kunnen thermo-reguleren. In de winter kunnen spots eventueel een week worden uitgeschakeld.

Volwassen dieren hoeven niet gesproeid te worden. Als dat wel gedaan wordt, dient de toplaag van het substraat, inclusief schuilplaatsen, binnen enkele uren weer droog te zijn. Deze soort tolereert permanent vochtige omstandigheden niet.

Richtlijn: het terrarium dient verlicht en verwarmd te zijn, met een jaarlijkse cyclus die het klimaat in het natuurlijk biotoop benadert.

Winterslaap

Chersobius signatus houdt geen winterslaap. Wel neemt de activiteit in de winterperiode af en besteden de dieren in deze tijd van het jaar de meeste tijd aan zonnen.

Dieren per oppervlakte

In de natuur gebruiken de dieren een gebied van gemiddeld 3470 m2 om in al hun behoeftes te kunnen voorzien. In gevangenschap hebben twee tot drie volwassen C. signatus hebben een terrarium nodig met een bodemoppervlakte van minimaal 1 m2. Solitaire dieren hebben minimaal 0,5 m2 nodig. Mannen dienen gescheiden gehouden te worden, maar koppels of trio’s met twee vrouwen kunnen het gehele jaar samengehouden worden.

Richtlijn: een verblijf voor twee of drie volwassen dieren dient op z’n minst 1 m2 groot te zijn. Een solitair volwassen dier dient over minimaal 0,5 m2 ruimte te beschikken.

Geslachtsonderscheid

Vanaf een schildlengte van ongeveer 55 mm ontwikkelen mannen een hol plastron en een lange staart. Ook blijft vanaf die lengte de groei van de plastronlengte achter bij de groei van het plastron van vrouwen, waardoor een grotere staartopening ontstaat.

Wetgeving

Chersobius signatus is opgenomen in CITES Appendix II, EU Bijlage B. Vrijwel alle dieren die in gevangenschap aanwezig zijn, zijn eigendom van stichting Dwarf Tortoise Conservation, die ze op leenbasis bij particulieren en dierentuinen plaatst. Dieren die aangeboden worden op de commerciële markt zijn mogelijk in het wild gestroopt en illegaal (zonder of met frauduleus verkregen papieren) ingevoerd.

Voortplanting

Deze soort legt slechts één ei per legsel en de eieren zijn vrijwel altijd breder dan de breedte van het bekken van de vrouwen. In de natuur worden 2-3 eieren per jaar gelegd met tussenpozen van 2-4 weken, aan het eind van de winter en in het voorjaar. Het eilegpatroon in gevangenschap komt sterk overeen met dat in de natuur, alleen kunnen meer dan 3 eieren in een seizoen gelegd worden. In terraria met volwassen vrouwen dienen altijd, ook als er geen mannen aanwezig zijn, geschikte nestplaatsen aanwezig te zijn. Hier moet de bodem minder leem bevatten (zand en leem in een verhouding van 10:1) en niet aangedrukt zijn. Aan het eind van de winter en in het voorjaar verdient het verder aanbeveling de bodem van nestplaatsen licht vochtig te maken, in ieder geval als een vrouw nestgedrag vertoont (graven met de voor- of achterpoten). De diepte van nestplaatsen dient minimaal 6 cm te zijn en nestplaatsen dienen altijd te zijn beschermd door een overhangende tak, steen, plant of andere structuur. Nesten worden nooit gegraven in open ruimte.

Richtlijn: zorg voor geschikte nestplaatsen in terraria waarin volwassen vrouwen gehouden worden.

Opgroei nakweekdieren

Nakweekdieren kunnen gehouden worden in eenvoudige terraria vanaf 0,15 m2 voor 2-3 pas uitgekomen jongen. Deze verblijven dienen eenzelfde bodem en inrichting te hebben als terraria van volwassen dieren. Ook de verlichting en verwarming kan vergelijkbaar zijn. Nakweekdieren zijn gevoelig voor uitdroging, maar tolereren permanent vochtige omstandigheden niet. Daarom dienen ze relatief droog gehouden te worden, en wekelijks 10 minuten gebaad te worden gedurende de eerste twee jaren. Jonge dieren kunnen daarnaast ook wekelijks gesproeid worden; een dunne bodemlaag helpt dan om terraria weer snel op te laten drogen.

Richtlijn: geef jonge dieren vergelijkbare, kleinere, terraria als de volwassen dieren. Baad ze wekelijks om uitdroging te voorkomen.

Voedsel

In de natuur is C. signatus een strikte vegetariër die een groot aantal plantensoorten eet. De bulk wordt echter gevormd door een klein aantal soorten. Chersobius signatus dient in gevangenschap een plantaardig dieet te krijgen, dat voornamelijk bestaat uit blad (Taraxacum, Plantago, andijvie, witlof, et cetera), altijd gemengd met een vitaminen- en mineralensupplement. Indien vezelarme groentes zoals andijvie en witlof worden gegeven, kunnen deze worden verrijkt met vezels (bijvoorbeeld met Agrobs Pre-Alpin Senior). Gevoerd wordt minimaal viermaal per week. Wekelijks kan eventueel een eiwitrijke component (bijvoorbeeld kiemgroenten) worden toegevoegd, met name in de winter en in het voorjaar.

Gedurende perioden dat de dieren minder actief zijn, zoals bij lage of hoge temperatuur in de winter of zomer, kan driemaal per week worden gevoerd, maar het is belangrijk voedsel aan te blijven bieden omdat de dieren ook in deze perioden zo nu en dan actief zijn en eten. Juveniele dieren moeten vaker worden gevoerd dan volwassen dieren, recent uitgekomen jongen dagelijks.

Het is zeer belangrijk dat voedsel aan C. signatus wordt aangeboden in een voerbak of op een grote platte steen en niet op het bodemsubstraat. Voedsel dat opgenomen wordt van het substraat geeft te veel opname van bodemmateriaal, waardoor de dieren verstoppen en uiteindelijk sterven. Dit is een belangrijke doodsoorzaak geweest van dieren in gevangenschap.

Schoon drinkwater moet altijd aanwezig zijn, aangezien C. signatus op onvoorspelbare momenten drinkt.

Richtlijn: bied plantaardige voeding en zorg voor vitaminen, mineralen en vezels.

Ziekte

Raadpleeg in geval van twijfel altijd een reptielenarts. Op de site www.nbsv.nl vind je een overzicht van gespecialiseerde reptielenartsen.

Praktijkvoorbeelden

Binnenverblijf van Chersobius signatusAfbeelding 5: een open of gesloten terrarium maakt niet uit, zolang de basistemperatuur maar altijd in orde is.Binnenverblijf van Chersobius signatusAfbeelding 6: warmtelampen en veel licht zijn basiscondities voor een goed binnenverbljf voor Chersobius signatus.

Binnenverblijf van Chersobius signatusAfbeelding 7: een gestructureerde, gevarieerde indeling met schuilplaatsen.Binnenverblijf van Chersobius signatusAfbeelding 8: dieren kunnen in koppels of in met meerdere vrouwelijke dieren per mannelijk dier gehouden worden.

Download deze richtlijn in pdf-formaat.