Huisvestigingsrichtlijn roodkopmodderschildpad (Kinosternon cruentatum)

Auteur: Cindy Tangerman

 

 Herkomst 
 Van Nicaragua en Honduras naar Veracruz en
 Tamaulipas, Mexico
 
 Biotoop / habitat

 Moerassen, rivieren, beekjes, meren, poelen met zachte
 bodems

 Maximale lengte (cm)
 15 cm
 Maximaal gewicht (kg)
 -
 Levensverwachting (jaren)
 Onbekend, enkele tientallen jaren

 

 Type terrarium  Aquarium
 Aantal  1
 Oppervlakte (m2)
 0,8 x 0,4
 Hoogte (m)
 0,4
 Extra per dier (m2)
 20%

 

 Temperatuur (°C)

 Watertemperatuur 25-28˚C, temperatuur op de
 zonplek (onder warmtelamp) ca. 35˚C

 Luchtvochtigheid (%)
 75%

 

 Waterdeel (%)
 80%, waterhoogte ca. 25-30 cm
 Bodembedekking

 Landgedeelte van zand of mengsel van zand en aarde (diepte ca. 15 cm), op de
 waterbodem rivierzand of metselzand, in het water stenen of stronken kienhout om het de
 dieren gemakkelijk te maken het wateroppervlak te bereiken.

 Verlichting  Spotje van 25, 40 of 60 Watt, afhankelijk van de afstand tussen lamp en zonplek
 Voedsel
 Insecten, koi-voer, slakken, vis, schildpaddenpellets etc.
 UV-licht  -
 

Ondersoorten
Kinosternon cruentatum cruetatum
Kinosternon cruentatum abaxillare
Kinosternon cruentatum albogulare

Aanbevelingen voor de kweek
Om stress te voorkomen, kunnen man en vrouw het beste apart worden gehouden. Voor de paring kunnen zij enige malen onder toezicht bij elkaar geplaatst worden. Het vrouwtje legt de eieren in het landgedeelte op een diepte van ca. 10 cm. Bevruchte eieren tonen kort daarna een witte band over de breedte van het ei. De eieren hebben een harde schaal. Deze kunnen worden geplaatst (niet draaien) in een doos of bakje met substraat van bijvoorbeeld vermiculiet, welke geplaatst moet worden in een broedstoof met een temperatuur van 26-29°C. Een legsel bevat doorgaans 2 tot 5 eieren. De broedtijd is, afhankelijk van de broedtemperatuur, 106 tot 131 dagen. Als de eieren een diapauze ondergaan kan de broedtijd oplopen tot 230 dagen. Uitgekomen jongen moeten qua temperatuur en vochtigheid onder broedstoofcondities blijven tot de dooierzak in het lichaam is opgenomen. Daarna kunnen de jongen worden geplaatst in een klein bakje met een waterstand van 2 tot 3 cm, die geleidelijk met het opgroeien kan worden verhoogd. Zorg voor schuilplaatsen en voor een plek onder een warmtespot. Wennen aan voedsel gaat met klein levend voer: tubifex, muggenlarven, wormpjes, watervlooien, waarna geleidelijk overgaan op dieet voor volwassen dieren. 

Opmerkingen
Kinosternon cruentatum is een mooie, klein blijvende waterschildpaddensoort, geschikt voor beginners én gevorderden. Belangrijk bij Kinosternon spp is dat de dieren ‘lopend’ het wateroppervlak kunnen bereiken door bijvoorbeeld het gebruik van stukken kienhout.
Wanneer de dieren gestrest zijn, kunnen ze namelijk in paniek raken en verdrinken aangezien het niet de beste zwemmers zijn.
 

Literatuur

  • Maik Schilde, Schlammschildkröten, Natur und Tier Verlag, 2001

 

Ga naar boven