Huisvestingsrichtlijn sierschildpadden (Chrysemys picta)

Auteur: Rein Wiarda, ESF 

 

 Herkomst 
 Noord-Amerika
 Biotoop / habitat  Moerassen, vennen, poelen, meertjes, vijvers, greppels
 Maximale lengte (cm)
 12 tot 26 cm.
 Maximaal gewicht (kg)
 
 Levensverwachting (jaren)
 

 

 Type terrarium  Aqua-terrarium
 Aantal  2
 Oppervlakte (m2)
1,2 x 0,5
 Hoogte (m)
 0,5
 Extra per dier (m2)
 20%

 

Temperatuur (°C)   22 – 30 °C, onder warmtelamp 35°C, winterrust dorsalis 15°C, winterslaap overig  5°C; jonge jonge diren: watertemperatuur 29°C.
 Luchtvochtigheid (%)
 75%-100%

 

 Waterdeel (%)
 120 x 50 x 30 cm
 Bodembedekking

 Land: grof zand (eileg), water: geen of grind. Een eiland, steen of boomstam voor het
 zonnen bij het water. Een klein zandstrandje is voldoende voor het leggen van eieren.

 Verlichting  Zon, UVB-lamp of Vitamine D3 in voeding
 Voedsel
 Waterinsekten, wormen, slakken, waterplanten, caroteen houdt de dieren op kleur.
 jongen:carnivoor, volwassen: omnivoor.
 

Ondersoorten
Chrysemys picta picta (oostelijke sierschildpad)
Chrysemys picta belli (westelijke sierschildpad)
Chrysemys picta marginata (midland sierschildpad)
Chrysemys picta dorsalis (zuidelijke sierschildpad)

Aanbevelingen voor de kweek
De zuidelijke sierschildpad houdt een korte winterrust, de overige ondersoorten een winterslaap van ongeveer 3 maanden.
Het zijn groepsdieren. De mannetjes in de zomer scheiden van de wijfjes in verband met stress. De zachtschalige eieren worden gelegd in vochtig warm zand op een diepte van ± 15 cm. In een gesloten plastic doos, half ingegraven in vochtig vermiculite of Seramis (vocht en zuurstof zijn nodig), bij ± 28°C uitbroeden. Broedtijd ± 55 tot 60 dagen. Boven 28,5°C worden wijfjes geboren. Lagere temperaturen leveren mannetjes op. Zachtschalige eieren zijn niet erg gemakkelijk uit te broeden. Te vochtig exploderen ze, te droog gehouden drogen ze aan de onderkant in. Wekelijks controleren is aan te bevelen. Dooier moet volledig in de buik verdwenen zijn, voordat de jongen te water kunnen. Jongen kunnen goed zwemmen. Het water wel warm houden, anders verdrinken ze.

Opmerkingen
Met name de zuidelijke en westelijke ondersoorten worden in kleine aantallen gekweekt. De luchttemperatuur gelijk aan of hoger dan de watertemperatuur om verkoudheid te voorkomen. Een groot filter met krachtige pomp is noodzakelijk om het water schoon en helder te houden. Het zijn kleine, levendige en kleurige dieren..

Literatuur 

  • Andreas S. Hennig, Zierschildkröten, 2003, Terrariun Bibliothek Natur und Tierverlag ISBN 3-931587-84-3
Ga naar boven